Poortactivering instellen voor VPN-verbinding

De VPN Passthrough-functie op uw Linksys-router of -node is een manier voor een thuiscomputer om veilig verbinding te maken met een kantoor-VPN en is standaard ingeschakeld.  Als u echter geen VPN-verbinding tussen uw huis en kantoor tot stand kunt brengen, kunt u poortactivering op de router of het node configureren.
 
User-added image

Poortactivering stelt de router of de node in zodat computers op een thuisnetwerk toegang hebben tot services op internet zoals webservers, FTP-servers, e-mailservers, gameservers of andere internettoepassingen.  U kunt de IT-ondersteuning van uw kantoor raadplegen om erachter te komen welke poort / poorten u moet activeren, aangezien deze voor elke VPN-applicatie anders zijn.

In dit artikel leert u hoe u poortactivering instelt voor VPN-verbinding op uw router of node.  De stappen hier zijn gebaseerd op de Linksys Smart Wi-Fi-webinterface.  Als de webinterface van uw router er anders uitziet, kunt u de gebruikershandleiding van uw router op de ondersteuningspagina raadplegen om te zien waar u de sectie Port Range Triggering kunt vinden.

Stap 1:
Meld u aan bij de webinterface van de router of de node.  Klik voor instructies op de desbetreffende links hieronder:

Volg deze stap voor andere routers:

Open een webbrowser en voer "http://myrouter.local" of "192.168.1.1" in de adresbalk in en druk vervolgens op [Enter].  Geef de vereiste informatie op wanneer u om uw inloggegevens wordt gevraagd.  Als u geen wachtwoord heeft, voer dan "admin" in het wachtwoordveld in.  Druk op [Enter].


Stap 2:
Klik op de startpagina van de webinterface op Security (Beveiliging).

 
User-added image

Stap 3:
Ga naar Apps and Gaming (Apps en gaming) en klik vervolgens op Port Range Triggering > Add a new Port Range Triggering (Poortbereik activering > Voeg een nieuwe poortbereikactivering toe).

 
User-added image

Stap 4:
Voer alle vereiste informatie in en klik vervolgens op Save (Opslaan).
 
  • Device or Application (Apparaat of applicatie) - voer de naam van de VPN-applicatie in, bijv. FortiClient
  • Triggered range and Forwarded Range (Geactiveerd bereik en doorgestuurd bereik) - voer het poortnummer / de poortnummers in voor de VPN-applicatie, bijv. poort 69
  • Enabled (Ingeschakeld) - dit is standaard aangevinkt
User-added image

Stap 5:
Als u een andere toepassing wilt activeren, klikt u gewoon op Add a new Port Range Triggering (Een nieuwe poortbereikactivering toevoegen).  Klik anders op Apply (Toepassen).

Was dit artikel nuttig?

Nog meer vragen?
Opnieuw zoeken